De belastingdeal tussen Nederland en Starbucks is geen staatssteun. Brussel is verontwaardigd.
Als het om belastingen in de EU gaat is de Europese Commissie een keizer zonder kleren. De huidige Commissie van Jean-Claude Juncker riep de afgelopen vijf jaar op tot „eerlijke belastingen”. En ook voor de nieuwe Commissie, die op 1 november onder voorzitterschap van Ursula von der Leyen aantreedt, is het een speerpunt. „Ik zal opkomen voor fiscale rechtvaardigheid”, beloofde Von der Leyen toen ze haar team van kandidaat-commissarissen eerder deze maand presenteerde.
Maar in de praktijk mist ‘Brussel’ de juiste instrumenten om het waar te maken. Belastingen blijven een nationale bevoegdheid – de uitspraak in de zaak-Starbucks, waarin Nederland in het gelijk is gesteld, toont het deels aan. Het Gerecht van de EU, de rechtbank bij het Europese Hof in Luxemburg, bepaalde dinsdag de klacht van de Commissie uit 2015 over ongeoorloofde Nederlandse staatssteun aan de Amerikaanse koffiereus ongegrond. De Nederlandse belastingafspraken (‘rulings’) met Starbucks „voldoen aan nationale en internationale regels”, luidde al sinds 2015 de verdediging van het Nederlandse ministerie van financiën. „Deze uitspraak betekent dat de Belastingdienst Starbucks niet beter of anders heeft behandeld dan andere bedrijven”, reageerde staatssecretaris van Financiën Menno Snel (D66).
Maar in Brussel is de verontwaardiging groot. Het is voor huidig EU-commissaris Margrethe Vestager (Mededinging) „een klap in het gezicht”, zegt PvdA-Europarlementariër Paul Tang. Eerder dit jaar slaagde Tang er nog in het Europees Parlement op te roepen om Nederland als belastingparadijs te bestempelen.
De kwestie-Starbucks is volgens Tang „gezichtsbepalend” in een reeks zaken waar Vestager zich sterk voor maakt. In juli oordeelde ze nog dat Nederland verboden staatssteun verleende aan de Amerikaanse sportkleding- en schoenenfabrikant Nike. „Je spant die zaken aan als je het heel zeker weet. Maar zo sterk staat Vestager kennelijk niet.”
‘Randen van de wet’
Volgens Tang is binnen de huidige EU-wetgeving de slagkracht van de Commissie beperkt. „Dus moet de EU-wetgeving worden veranderd om ‘legale’ belastingontwijking tegen te gaan. Nu worden de randen van de wet opgezocht.”
Wat voor de één ongeoorloofde belastingontwijking is die de interne markt van de EU ontwricht, is voor de ander legaal, nationaal beleid. „De Nederlandse rulingpraktijk speelt een belangrijke rol in het vestigingsklimaat”, is het standpunt van kabinet-Rutte.
Om die impasse te doorbreken moeten er gezamenlijke EU-afspraken komen, vinden de Europese fracties van groenen en sociaal-democraten (S&D) in het Europees Parlement. „Burgers willen dat we een eind maken aan de situatie waarbij multinationals soms slechts 1 of 2 procent belasting betalen”, zegt woordvoerder Jonás Fernández van de S&D. Volgens hem is er een groep landen, waaronder Nederland, die hervormingen – zoals een gezamenlijke basis voor vennootschapsbelasting – met een veto wegstemt. „De unanimiteit bij beslissingen over belastingbeleid moet worden afgeschaft. Het is onacceptabel dat een paar landen een progressiever belastingbeleid in de EU blijft blokkeren.”
Heeft Nederland gewonnen en Vestager verloren? Zo eenvoudig is het niet, vindt Johan Langerock, financieel expert bij Oxfam.
„Het Hof heeft Vestager weliswaar ongelijk gegeven, omdat haar argumentatie niet sluitend was. Maar het Hof geeft haar en de Europese Commissie wél de bevoegdheid om zich uit te spreken over specifieke vormen van staatssteun.” En dat is, zegt Langerock, „goed nieuws”. Er wordt volgens hem de laatste jaren vooruitgang geboekt: het mandaat van ‘Brussel’ op belastinggebied neemt toe, volgens de Oxfam-expert.
Het strookt met de belofte van aanstaand Commissievoorzitter Von der Leyen die wil „strijden voor stemming met gekwalificeerde meerderheid” als het om toekomstige nieuwe EU-belastingwetgeving gaat. Langerock: „Afwachten wat daar van terecht komt.”